In augustus 2010 heeft het GES voor het eerst Genomics in de Nederlands fokwaarden verwerkt. Voorlopig is Genomics een fokkerijversnelling met hoog marketing gehalte en met vooral voordelen voor de fokkerij-organisaties. Het is een jonge wetenschap met veel statistiek, weinig fundamenteel begrip en daardoor weinig risicoanalyse van lange termijn effecten voor de populatie. De betrouwbaarheid is nog dusdanig dat de kans op afzwaaiers aanzienlijk is.
Zo staat er in de Nieuwe Oogst van zaterdag 27-11-2010 een opvallend interview met Jeff Ziegler, de genomics manager van Select Sires. Hij waarschuwt voor teveel vertrouwen in genomic selection. Het is een nuttig instrument voor KI's, maar zijn bedrijf gaat zeker nog niet het aantal proefstieren verminderen. Veehouders raadt hij aan maximaal 15% van de paringen met genomics-stieren te doen, alsof het proefstieren zijn. Lees verder. Ook Semex uit Canada is voorzichtig met genomics zoals in de Veeteelt van november 1 2010 viel te lezen.
Al eerder in juni 2010 bij de aankondiging van het GES heeft de NVO via een persbericht ontraden om fokwaarden op basis van genomics nu al te gaan publiceren. Lees verder. Hierbij is ook een vrij uitgebreide onderbouwing van deze waarschuwing gegeven. Lees de toelichting.
Dit is niet zo maar een loze waarschuwing. Een nog matig begrepen ontwikkeling in de markt zetten kan leiden tot aanzienlijke tegenvallers met economische schade voor derden. In de USA is een dergelijke tegenvaller rond genomics fokwaarden in april 2010 aan het licht gekomen en heeft geleid tot een enorme vertrouwensbreuk in de fokkerijwereld. Nagenoeg de hele Holstein World May 2010 gaat hierover.
Nieuwe informatie juli 2011
Na drie draaien met genomische fokwaarden heeft de NVO een eerste voorzichtige analyse gedaan door te kijken naar alle stieren die net dochters in hun fokwaarden hebben gekregen. Er blijkt dan veel spreiding te ontstaan op het moment dat de dochterinformatie aan de genomische fokwaarden worden toegevoegd. Maar het gaat er eigenlijk meer om dat we ons realiseren dat zelfs na een eerste draai met dochters met een gemiddelde NVI betrouwbaarheid van rond de 70% er nog veel spreiding zal zijn in het toekomstige verloop van de fokwaarden. Je kunt dan zeker nog niet concluderen of je met een topstier te maken hebt (en daarvoor wilt betalen) maar hoogstens dat de stier uiteindelijk in de bovenste of onderste helft van de ranglijst terecht zal komen. De genomics betrouwbaarheid voor NVI ligt voorlopig rond de 60% en dan is de onzekerheid nog een stuk hoger. Lees verder in het persbericht hierover. Maar lees de hele analyse als een keer een betere inschatting van het begrip betrouwbaarheid wilt maken.
Bij de ICAR conferentie in juni 2011 hebben we in de wandelgangen met diverse genomics experts kunnen praten. Die beamen dat genomics betrouwbaarheden nog zeer beperkt zijn. Het aantal merkers op de test-chips neemt snel toe, maar de echte beperking zit in de omvang en de betrouwbaarheid van de referentiepopulatie. Buiten de grote zaal beamen experts dat er nog specifieke problemen zijn zoals dat het alleen werkt met voldoende verwantschap in de populatie, dat er risico is voor extra bloedvernauwing, dat epigenetica een stoorzender is en dat het naar elk gen apart kijken te simplistisch is. Wel is bevestigd dat Nederland de overschatting van genomics via een extra bewerking uit hun voorspellingen filtert. In de USA werd dat niet gedaan en blijkt kennelijk dat de vorige aanpassing nog lang niet voldoende was en komt er binnenkort weer een grote aanpassing.
Stand van zaken december 2013
De discussie rond genomics lijkt zich verder te polariseren. In het decembernummer van het blad Melkveeberijf stond een uitgebreid artikel waarin de uiteenlopende standpunten nog eens naar voren werden gebracht.
Stand van zaken februari 2015
Inmiddels hebben veel meer genomics stieren dochters gekregen en kan er een completer overzicht gemaakt worden hoe die dochters presteren ten opzichte van de genomics voorspelling. Dit melkveemagazine artikel geeft een volledig overzicht.